Haarlem was jarenlang dé sportstad van Nederland. Inmiddels helaas niet meer, maar er valt nog genoeg te beleven. Wij van Voetbal in Haarlem kijken uiteraard naar het regionale amateurvoetbal. Of eigenlijk hoeft ‘amateur’ niet benadrukt te worden. De HFC Haarlem van 1 oktober 1889 viel zesenhalf jaar geleden om en nog steeds zorgt dit voor een open wond bij veel liefhebbers.
Uit onze regio komen een aantal profs voort die op dit moment nog op hoog niveau actief zijn. Maarten Stekelenburg (Everton) groeide met mij op bij Schoten en Jordy Clasie (Southampton) begon zijn carrière bij DSK. Kijk bij welke clubs die mannen nu actief zijn. Als Haarlemmers mogen we daar best een beetje trots op zijn. Mijn vraag alleen: Is dit uitzondering? Of volgen er meer?
Het niveau van het voetballen in onze regio is niet meer zoals we dat lange tijd gewend zijn geweest. De mannen van Koninklijke HFC spelen als enigen op hoog niveau in de Tweede Divisie. Het gat met de clubs die we daaronder vinden is veel te groot. EDO, VSV, Velsen en Hillegom spelen hun wedstrijden in de zondag eerste klasse A en ik zie die clubs dit jaar niet promoveren. Het verschil met de zaterdagcompetities is nog groter. Enkel EDO is actief in de tweede klasse, waar een aantal jaar geleden clubs als Kennemerland, IJmuiden en Zandvoort geduchte tegenstanders waren.
De doorstroming voor regionale talenten is daardoor een stuk lastiger geworden en dat zorgt er weer voor dat HFC veel spelers van buiten de regio moet halen. Gelukkig is een speler als Puck Postma (voormalig speler van GO Ahead Eagles) een uitzondering. Regionale talenten die het niveau van HFC misschien nog niet aankunnen, trekken vaak richting de Bollenstreek. Daar zijn wél clubs actief op een hoger niveau dan de eerste klasse en daar is wél geld te halen. Arno Dijkstra is daar een prima voorbeeld van. Zijn reis ging van HBC via United/DAVO en EDO naar Derde Divisionist Rijnvogels, waar hij nu in zijn eerste seizoen alweer clubtopscorer is.
Waar ligt dit aan? Heeft het enkel te maken met financiële zaken? Is het regionale bedrijfsleven niet geïnteresseerd in het voetbal? Wat HFC Haarlem de kop heeft gekost, beïnvloedt nu ook het regionale amateurvoetbal? Bizar eigenlijk, want er wordt een zeer specifieke doelgroep bereikt. Het kan echter ook van de andere kant bekeken worden. Op een paar uitzonderingen na, zijn onze clubs amper actief op Social Media. Ik zie een verband.
Natuurlijk leeft ons amateurvoetbal enorm. Dat merken wij dagelijks aan de reacties en bezoekers op voetbalinhaarlem.nl. De derde en vierde klasse op zaterdag en zondag staan bol van de derby’s. Veel publiek, veel beleving en iedereen kent elkaar. En ik denk dat daar ook het mooiste aspect te vinden is van het regionale voetbal. Het ons kent ons, zeg maar. Vrienden of zelfs familieleden die het tegen tegen elkaar opnemen. Pure romantiek. Wat mij betreft is er niet veel mooiers dan vanaf de zijlijn te zien hoe op een koud veld 22 spelers, een paar trainers en een scheidsrechter zich uit de naad werken op een slecht grasveld of een keihard kunstgrasveld. Scheldend, vloekend en tierend. Achteraf uiteraard proostend met elkaar met een koud biertje. Op dat kunstgrasveld na is er nooit iets veranderd.
Veel clubs uit de zondag vierde klasse hoeven ook niet zo nodig te promoveren. Schoten deed dat wel en merkt nu het verschil. Ik ben zelf opgegroeid op het oude terrein van de Geel-Zwarten en ondanks dat ik er al 15 jaar niet meer voetbal, doet die club me nog steeds veel. Vorig seizoen was iedere thuiswedstrijd een feest, want de kantine stond vol. Dit jaar is dat toch even anders. Buiten de ‘harde kern’ om komt er niet veel publiek mee met tegenstanders als Laren ’99 en Weesp. En daar zit dus het probleem. Geen gezelligheid in een volle kantine, geen omzet, geen geld. Alle broekriemen strak. Geld is belangrijk en daarom spelen clubs liever derby’s. Maar het komt het niveau vaak niet ten goede.
Wij proberen met Voetbal in Haarlem het regionale amateurvoetbal meer aandacht te geven. Alle liefde, alle energie en alle tijd die in de clubs gaan zitten, verdienen wat ons betreft een platform. Tijdens dit tweede seizoen gaan we weer uitbreiden, maar daar binnenkort meer over. Ondertussen gaan wij lekker door met onze eigen Voetbal in Haarlem O-23 Cup. Iedere maand komen er ruim 300 talenten in actie. Hoe tof is dat? Ga eens kijken!
Ik houd je op de hoogte.
Martijn
Wil je reageren op deze column? Doe dat dan vooral en contact ons via redactie@voetbalinhaarlem.nl.
MARTIJN PRINSEN, 1982. Initiatiefnemer van Voetbal in Haarlem. Opgegroeid in het Haarlemse. 25 jaar gevoetbald bij Schoten, Kennemerland, Onze Gezellen en Haarlem-Kennemerland. Inmiddels niet meer tussen de lijnen te vinden, maar daarbuiten. Afgestudeerd onderwijzer en daarnaast actief (geweest) in de zorg en detailhandel. Voorzien van erfelijke taaltik en lichte dwangmatige nijgingen. Vader van twee mooie meiden, Nikki en Floor. Weer op de juiste route.