Per week probeer ik 1 á 2 wedstrijden te bekijken voor Voetbal in Haarlem. Met plezier, want wat vroeger mijn favoriete hobby was kan ik helaas zelf niet meer uitvoeren. Een schouderblessure dwong mij te stoppen met voetbal. En je komt nog eens ergens. Van zichzelf noemende deftige verenigingen tot clubs waar de volksbuurt de dienst uitmaakt. In één woord: genieten.
Er is alleen één ding waar ik maar niet aan kan wennen: kanker! Waar je ook komt, overal wordt dat lelijke woord, die verschrikkelijke ziekte zonder moeite over het veld geschreeuwd.
Een verkeerde inspeelpass: kanker!
Een bal wordt rakelings naast of over geschoten: kanker!
Iemand krijgt een tik op de enkels: kanker!
Tijdens discussies op het veld kan het er al helemaal hard aan toe gaan: Je moet je kankerbek houden!
Waarom? Waarom wordt er meteen aan ziektes gedacht als er iets niet gaat zoals je wilt? Sterker nog, waarom moet dat hardop gezegd worden? Ik snap het niet en zal het ook nooit gaan begrijpen.
In de tijd dat ik B-junior was bij Schoten speelden we een uitwedstrijd bij Kennemerland. Niks aan de hand, prima wedstrijd. De scheids maakte een, in onze ogen, verkeerde beslissing. De tegenstander kreeg een strafschop. Een van mijn medespelers was er klaar mee. Uit pure frustratie begon hij te schelden en te vloeken. Niet tegen de scheids of tegenstander, maar hardop schreeuwend in het luchtledige. Uiteraard met het woord kanker in de zin. De scheidsrechter was resoluut: rood, douchen en niet meer terug komen. Uiteindelijk verloren we die wedstrijd. Zal een scheidsrechter tegenwoordig ook nog zo’n beslissing nemen? Ik zie het niet gebeuren. Het lijkt wel normaal geworden te zijn.
Een vriend van mij had vroeger ook de slechte eigenschap om met kanker te schelden. Opeens stond er een boetepot op tafel. Elke keer 1 euro erin als het gezegd werd. Aan het eind van de maand kon hij met zijn vriendin uit eten. Maar het heeft wel geholpen. Hier zie ik een uitdaging voor de trainers en spelers. Maak eens zo’n afspraak. Ik denk dat er een leuk trainingskamp naar Spanje bij elkaar gespaard kan worden. Scheelt de sponsor ook weer een zak centen. Of niet, gaan we er dan ineens wel op letten?
Voor mij zelf was de ziekte altijd ver weg. Ik had geen ervaring met familie of vrienden die een vorm van kanker hadden. Tot anderhalf jaar geleden. Op 30 juli 2015 kreeg mijn pa te horen dat hij kanker had. Er was niks meer aan te doen. In een gesprek van 15 minuten werd ons leven even overhoop gegooid. Niet wetende wat de komende tijd ons zou brengen hebben we er het beste van gemaakt. Een half jaar later op 24 januari 2016 is hij overleden. Het is bizar wat de ziekte met iemand doet. Hoe groot het verschil tussen de ene dag en andere dag was. Hoe snel iemand kan aftakelen. Ik gun het niemand.
Denk eens na, er is altijd wel iemand in de buurt die je er mee kwetst. Het is NIET normaal om met kanker te schelden. Doe mij maar een griepje.
De groeten,
Danny
Wil je reageren op deze column? Doe dat dan vooral en contact ons via redactie@voetbalinhaarlem.nl.
DANNY PRINSEN, 1984. Werkzaam bij Albert Heijn Marsmanplein in Haarlem-Noord. Heeft gekeept bij Schoten, Onze Gezellen, Kennemerland en Haarlem-Kennemerland. Woont samen met vriendin Chantal en dochter Yara.