Voetbal in Haarlem

Over het (amateur)voetbal in de regio Haarlem

De column van Peter: It’s payback time!

DoorRedactie

sep 5, 2024
Peter_Barzilay_Voetbal_in_Haarlem

Je weet het nog wel. Vanaf 8 jaar oud mocht je lid worden van een voetbalclub en met een beetje geluk ietsje eerder. Zo waren de regels toen. Met je vriendjes op school had je het er al over. Welke club zou de jouwe worden.

Met je ouders naar Sport&Mode. Daar kreeg je de eerste kicksen, in mijn geval Eddy PG’s. De witte kousen, de witte broek en vooral het korenblauwe shirt. Als je thuiskwam naaide je moeder het embleem op je shirt en man wat was je trots.

Op woensdagmiddag was het trainen onder leiding van ome Freek Venus en ome Jaap Admiraal en voor de zaterdag was je dan ingedeeld in een elftal bij de B-pupillen. Gewoon spelen over een heel veld met wel een plank aan de doellat zodat het doel voor de keeper minder hoog was. Op maandag op het schoolplein napraten over de wedstrijd die je gespeeld had en wat waren we allemaal goed.

Trainen onder leiding van ome Freek Venus en ome Jaap Admiraal.

Vaak waren de ouders ook betrokken bij de club waar je speelde. De mijne bouwden met ome Henk Blok, ome Dirk Duker, ome Jan Schoone, ome Jan Luppens en vele anderen de tribune bij Stormvogels. Mijn moeder stond met andere moeders, tante Carla Schoone, tante Truus en tante Tinie Venus achter de bar.

Als je geluk had zat je in een elftal met een aantal ouders met een auto. Dan kon je meerijden met meneer Groebbe, meneer Bakker, meneer Van Beilen en met mijn vader. Kwam je in een ander team dan ging je gewoon op de fiets achter Ome Piet Westerwal aan naar ADO’20. En alles deden we door weer en wind, hagel, sneeuw. Het voetbal ging altijd door, maar voor de zekerheid altijd op zaterdagochtend 08.00 uur even bellen met de kantine. En weet je nog met die kou die bal langs je bovenbeen of je oor? Man, dat deed pijn. Oeff! Op zaterdag of zondag met je teammaten bij het eerste kijken. Of tenminste, dat deden vaak onze ouders want wij waren aan het voetballen op een leeg veld.

Bij iedere club waren er die ooms en tantes die het voor ons, de jeugd, mogelijk maakten om te voetballen. Op allerlei terreinen. Van besturen tot fluiten. Het kon niet op en natuurlijk hoor je dan nu “we hadden niets anders”. De maatschappij is veranderd. Het is niet meer de groep, maar het individu en dat is een natuurlijk proces. De mens evolueert, ontwikkelt zich door. Helemaal niets mis mee. We hebben clubs zien groeien en clubs zien omvallen. Ook clubs in onze regio, waarvan een aantal strijdend ten onder gingen bij gebrek aan vrijwilligers. En ik weet zeker dat velen van mijn generatie nog altijd op de maandag de krant opvouwen en kijken wat hun oude cluppie heeft gedaan. Of men heeft dit al op de moderne social media gecheckt.

Je hoeft je helemaal niet vast te leggen.

Clubs hebben het over het algemeen nog moeilijk om vrijwilligers te vinden voor de kantine, voor het onderhoud, als bestuur, noem maar op. Mijn generatie gaat of is al met pensioen. Hebben geen behoefte aan verplichtingen en als iemand iets wil dan moeten ze dat maar vragen. Laten we eerlijk zijn; iedere dag achter moeders aanfietsen op een e-bike, of cavia’s fokken, of 16 x per jaar met de caravan weg. Allemaal leuk, maar vergeten we niet wat?

We worden ouder, vergrijzen, maar hebben nog wel die warme herinneringen aan al die ooms en tantes die bijgedragen hebben aan onze jeugd. Wordt het niet eens tijd om onze ervaringen en expertise door te geven? Ga gewoon eens langs bij je oude club op een maandagochtend en vraag of je wat kunt doen. Je hoeft je helemaal niet vast te leggen, maar gewoon als je beschikbaar bent anderen ondersteunen en ervoor te zorgen dat ook de hedendaagse jeugd kan blijven voetballen en over 50 jaar dezelfde warme herinneringen koestert als wij.

MY GENERATION, IT’S PAYBACK TIME!

Peter Barzilay