De NOS heeft zestig resultaten mogen inzien van het onderzoek naar de hoeveelheid kankerverwekkende stoffen in rubbergranulaat wat op kunstgrasvelden wordt gestrooid. De resultaten zijn schokkend. Bij 58 van de 60 onderzoeken zijn kankerverwekkende stoffen in zeer hoge concentraties aangetroffen. Gaan de clubs nu serieuze actie ondernemen?
De zestig bekeken kunstgrasvelden zijn onderzocht op acht verschillende kankerverwekkende stoffen. Vier van deze stoffen zijn op veel velden in hoge concentraties aangetroffen. De normen voor consumentenproducten worden hierbij tussen de 1,5 en 3,7 keer overtroffen. Bij een aantal extreme gevallen worden de normen zelfs zes keer overtroffen.
Zo goed als alle nu bekeken kunstgrasmatten bevatten minimaal één kankerverwekkende stof met een hogere concentratie dan bij consumentenproducten is toegestaan. Nog opvallender is het dan bij meer dan de helft van de velden minimaal vier kankerverwekkende stoffen in te hoge concentraties zijn aangetroffen. De consumentennorm is echter niet van toepassing op het gebruik van de velden en voldoen aan de eisen van de autobandenbranche.
Verschillende wetenschappers vinden dat de kunstgrasvelden moeten voldoen aan consumentennormen omdat het rubbergranulaat contact maakt met de huid en mensen het bandenproduct in de mond kunnen krijgen. Hoogleraar toxicologie Martin van den Berg is één van deze wetenschappers. “De cijfers laten op bijna alle velden hoge waarden zien bij een aantal aantoonbaar kankerverwekkende stoffen. Zeker bij materialen waar kinderen mee spelen of die ze in hun mond kunnen doen, moet je dat om gezondheidsredenen niet willen,” zegt hij tegen de Nederlandse Omroep Stichting.
Niemand weet hoe schadelijk de kankerverwekkende stoffen precies zijn, maar dát ze het zijn is met zekerheid te zeggen. Het RIVM doet daarom ook onderzoek op 200 velden en hoopt haar resultaten rond Kerst te kunnen presenteren. De NOS is het RIVM nu voor en presenteert de eerste 60 onderzoeksresultaten. Het ministerie van Volksgezondheid, de KNVB en de Vereniging Sport en Gemeenten wilden niet reageren op de resultaten en wachten het onderzoek van het RIVM af.
(Bron: nos.nl)