Wat IJmuiden op Schoonenberg liet zien was niet best. De overschrijving van enkele dragende spelers, blessures en schorsingen maakt het niet makkelijk voor het trainersduo Edwin Eefting/Robin Ernest en wil het team deze competitie nog enige rol van betekenis willen spelen dan moeten er bergen werk verzet worden.
Het jonge team van HFC was de bovenliggende partij maar was het eerste half uur niet effectief. Het leek of IJmuiden daardoor nog wat kon laten zien maar IJmuiden kon het gisteren niet brengen. Het leek of de thuisploeg in de 35e minuut op voorsprong kwam maar uit een voorzet van Mathijs Veldman kopte Justin Balm over. Vijf minuten daarna stond de 0-2 op het scorebord door doelpunten van Tim Aarts en Quin van der Mark. Verdedigend liet IJmuiden de nodige steken vallen wat met name het linker verdedigingsblok zich mocht aanrekenen. Conditioneel moesten zij het ook afleggen tegen de jonge honden van De Koninklijke. Dat HFC voor rust de voorsprong niet verder kon laten oplopen was aan de lat, de paal en keeper Tom Hoogendijk te danken.
Mocht IJmuiden nog even gedacht te hebben in de tweede helft nog wat tegengas te kunnen geven dan was die hoop snel vervlogen. In de 3e minuut van de tweede helft was het Rory Roode die de 0-3 scoorde. IJmuiden liep overal achter aan en kwam gewoon te kort. De trouwe IJmuiden supporters wisten niet wat zij zagen en vroegen zich af waar de inzet en strijd gebleven was. De bezoekers liepen makkelijk naar de 0-6 door doelpunten van Lennard Eijsvogels en 2x Storm Holtkamp.
Na afloop hielden Eefting en Ernest de moed erin. IJmuiden had het eerste half uur hard gewerkt en wat mogelijkheden gecreëerd. Zij zijn nog op zoek naar een speelstijl die bij het team past en moeten het team conditioneel nog op niveau zien te krijgen.
Zij zullen bergen werk moeten verzetten om het team een rol van betekenis te kunnen spelen in deze competitie.
Trainer/coach Kelly Giessen van HFC liep tevreden het veld af. In de vorm die zijn team vandaag liet zien en bij het handhaven daarvan gaan zij meedoen om de prijzen.
Met dank aan Ap Ras.
Foto: Simone Prinsse