Columns

Gastcolumn Justin Luiten: Echte clubliefde bestaat niet meer

Als jeugdtrainer, selectiespeler en bovenal voetballiefhebber zie ik veel trainingen en wedstrijden. Zo zie ik ook vaak jeugdtrainingen en heb ik zelf mogen ervaren hoe moeilijk het is om voor goede spelers een dito trainer te regelen.

“Ja, ik heb het heel druk, maar zodra ik een keer kan kom ik je helpen,” is vaak het excuus. Een jeugdtrainer (veelal ook een jonge trainer met CIOS-opleiding) in zijn eentje met een groep van rond de twintig spelers. Bij wedstrijden is het ook vaak een vaste groep ouders die alles op zich neemt. Meestal is dat maar één persoon die geacht wordt door de rest om zowel te coachen alsmede te fluiten en vlaggen. Ik kan je vertellen dat dit best een hele uitdaging is en de persoon in kwestie zal zeker niet ongeschonden en onvermoeid uit die strijd komen.

In de jaren dat ik in de jeugd mocht spelen, bijvoorbeeld als E-pupil, leek het wel een stuk makkelijker vanuit mijn oogpunt. Het speelt uiteraard ook mee dat zowel mijn vader als mijn moeder voetbalgek waren en dus wekelijks om de beurt mee wilden gaan, zodat de ander met mijn broertje mee kon naar een uitwedstrijd.

Bij ons liepen er altijd genoeg ouders in de rondte die graag bij wilden springen tijdens een training of bij een wedstrijd. In geval van nood was er anders altijd wel een selectiespeler beschikbaar. Zijlijnen stonden vaak zo vol met ouders dat de lijn zelf nauwelijks nog zichtbaar was en (bijna) iedereen was positief. Winnen of verliezen maakte niet veel uit, zolang er maar goed gevoetbald werd.

Tegenwoordig is het moeilijker om een scheidsrechter te vinden dan een baan. Een coach die met zijn handen in het haar staat en uit wanhoop bij het wedstrijdsecretariaat staat te smeken of de wedstrijdsecretaris het niet ‘AUB’ zelf wilt doen. Hij moet namelijk ook zelf nog vlaggen en de wissels doen.

Ik stel mijzelf dan ook niet zelden de vraag: “Waar gaan we heen met het huidige voetbal? Hoe lang houdt dit spelletje nog stand?” Kijk – met alle respect – maar zodra je boven de eerste klasse uitkomt is het allemaal geregeld. Genoeg spelers en genoeg publiek, want je hebt ‘succes’. Het gaat met name om de clubs met ‘de mindere goden’ waar nog zelden een bondsscheidsrechter voor de jeugd over de vloer komt. Juist die clubs hebben de steun van ouders, die hun enthousiaste kind afzetten op de club om dan vervolgens boodschappen te gaan doen, nodig.

Dit gebeurt trouwens niet alleen bij de jeugd. Ik zal een klein voorbeeld geven. SV Zandvoort – BVC Bloemendaal, een wedstrijd in de groepsfase van de beker. Voor mij persoonlijk een speciaal duel, gezien ik drie jaar het mooie oranje-wit heb mogen dragen. Na die drie jaar onder Rob Buchel koos ik er voor om weer huiswaarts te keren naar het geweldige geel-blauw-groen van SV Zandvoort.

Beide teams hebben de warming-up afgerond als het bericht komt dat de scheidsrechter niet is komen opdagen. Voor jouw beeld, er staat ongeveer een man of honderd om het veld heen in afwachting van diezelfde scheidsrechter. Iedereen wordt gevraagd maar elke keer komt er een negatief antwoord onze kant op. Uiteindelijk vinden wij dan op het nippertje – na 300 telefoontjes naar onder andere de KNVB en scheidsrechters in de buurt – een scheidsrechter om dan toch aan de wedstrijd te beginnen. De uitslag was overigens 5-1, maar dat terzijde.

Wat ik hiermee probeer te zeggen is dat het erg lang geleden is dat er nog echte clubliefde bestond in het amateurvoetbal. Als we dit spelletje nog lang willen kunnen spelen moet er iets gaan veranderen. Ik doel dan niet op een actie vanuit de KNVB maar uit een actie vanuit jou, degene die op voetbalinhaarlem.nl de tijd neemt om mijn column te lezen. Als iedereen zijn oude of huidige club een hand toereikt en zegt “ik kom helpen.” Dan kunnen we met z’n allen van dit geweldige spelletje nog heel lang genieten!

Doe je best!

Justin Luiten
Speler SV Zandvoort 1