Vorige maand vierde Haarlem-Kennemerland haar tien-jarig jubileum. Een periode waarin de club groeide tot een van de grootste verenigingen van Haarlem.
Op 16 juli 2010 fuseerde HFC Kennemerland met Nieuw HFC Haarlem. Kennemerland deelde voor de fusie het terrein in het Pim Mulier Sportpark met DSS. HFC Haarlem was een half jaar daarvoor failliet gegaan. In maart 2010 werd onder de naam Nieuw HFC Haarlem een amateurvereniging opgericht. Het doel was om vanaf het seizoen 2010/2011 in het amateurvoetbal uit te komen. Na de fusie gingen de clubs verder als Haarlem-Kennemerland FC. Spelend op de historische grond aan de Jan Gijzenkade.
Het begin was niet makkelijk. “Het waren twee verschillende culturen. Kennemerland nam ongeveer 140 leden mee. Vanuit Nieuw HFC Haarlem kwam de accommodatie maar niet heel veel leden. We moesten echt van het nulpunt beginnen”, aldus Paul Rademaker, vice-voorzitter van Haarlem-Kennemerland.
“De eerste periode had de club het heel zwaar. Er was geen geld. Vanuit de gemeente kwam er ook geen steun. Ik heb altijd gedacht dat de gemeente dacht dat we na twee of drie jaar de handdoek zouden gooien zodat ze het konden volbouwen. Gelukkig is het niet zover gekomen. Ze hebben onderschat wat hier de afgelopen jaren is gebeurt”, vervolgt Rademaker.
“Er is ook geen onderhoud gepleegd aan bijvoorbeeld de hoofdtribune. Vandaar dat hij er nu zo bij staat. Door het gebrek aan onderhoud kwamen er opeens een paar platen naar beneden. Levensgevaarlijk. Daarna zijn alle gevaarlijke onderdelen er gelukkig wel vanaf gehaald.” De Noordtribune is een paar jaar geleden al verdwenen. “Die stond op instorten, maar het deed wel pijn om die te zien verdwijnen.”
Na tien jaar staat de club als een huis. Met 750 leden behoort Haarlem-Kennemerland tot de grootste voetbalverenigingen van Haarlem. “Dat is best aardig voor een club die tussen DSS en Onze Gezellen moest opgroeien. We zitten tussen vier woonwijken in, dat heeft natuurlijk ook geholpen. Ons voordeel is dat we gezien worden als nette club. Dat vinden wij zelf natuurlijk ook. Daar zijn we ook heel scherp en trots op.”
Het ledenbestand groeide niet meteen vanaf het eerste moment. Vijf jaar geleden werd er een plan opgesteld. “In samenwerking met toenmalig hoofdtrainer Rene van Marsbergen hebben we een plan gemaakt. De jeugd moest groeien dus daar moest in geïnvesteerd worden. Niet alleen in de groei maar ook in trainers. En die trainers kwamen dan weer uit onze oudste jeugdteams.”
Door deze spelers te interesseren in het trainerschap behield de club ook in de jeugd de eigen identiteit. “Jongens die zelf in JO15 spelen worden assistent bij JO8. Die kennen de normen en waarden van de club. En vanuit daar moeten ze kunnen doorgroeien als ze dat willen.”
Ook de toekomst wordt met vertrouwen tegemoet gezien. “We gaan de komende jaren de eerste lichtingen echte Haarlem-Kennemerland jongens in de selectie zien. Dat is wat we voor elkaar wilden krijgen”, sluit Rademaker af.
Tekst: Danny Prinsen
Foto: Voetbal in Haarlem