Het Haarlemse Geel-Wit gaat na dit seizoen verder met een nieuwe hoofdtrainer. De huidige hoofdtrainer, Rocco de Vos, verlaat de club aan het einde van dit seizoen. Zijn laatste missie: promoveren naar de vierde klasse.
Rocco de Vos kende een roerige tijd bij de club aan de Van Oosten de Bruijnstraat. Nadat in zijn eerste seizoen promotie naar de vierde klasse werd bewerkstelligd, degradeerde hij het seizoen daarna weer vrij kansloos. Toen bleek dat een groot deel van zijn selectie de overstap maakte naar het voetballen op zaterdag, moest hij noodgedwongen aan de gang met een zeer jonge groep. “Ik heb zelfs jongens van 15 jaar moeten opstellen,” is zijn reactie aan Voetbal in Haarlem.
“Ik ben er vier jaar geleden ingestapt en toen was het een oudere groep,” legt hij uit. “We promoveerden toen en ik hoopte dat we ons konden handhaven in de vierde klasse. Ik vind namelijk dat Geel-Wit gewoon in die klasse thuis hoort. Toen dat niet lukte, hadden die jongens geen trek meer in de vijfde klasse en zijn ze op zaterdag gaan voetballen. Ik kreeg daardoor een hele jonge groep en ben alleen nog maar aan het bouwen geweest. Wat ik wel weer leuk vind trouwens. Als we dit seizoen de stap kunnen maken, is het geslaagd.”
“Een ander punt dat meespeelt is ook mijn werk. Ik kan maar om de week trainen en de club wil liever een trainer die er wel altijd is. Ik geef ze daar wel gelijk in,” zegt De Vos. Hij kijkt wel met gepaste trots terug op zijn periode bij Geel-Wit. “Onderin de vijfde klasse bungelen is niet leuk, maar als ik kijk hoe het dit seizoen gaat met die jongens, dan word ik daar wel blij van. Wie had voor dit seizoen gehoord van Barry Beugeling? Hij scoort er in één wedstrijd 8 en staat nu in totaal op 18. Zulke dingen zullen me bij blijven.”
Wat De Vos na dit seizoen gaat doen is nog niet duidelijk. “Ik doe dit nu 24 jaar en zie wel wat er op mijn pad komt. Het is net als Dick Advocaat. Hij zei ‘ik stop ermee en ga tennissen’, maar een week later ging hij werken bij Sparta. Als er wat anders komt is dat leuk, maar anders doe ik even niets.”
Foto: Rocco de Vos