Inmiddels is de tap goed doorgespoeld, zijn de blaren verdwenen en is het jonge gras al redelijk vertrapt. Seizoen 2016-2017 is begonnen, ook voor Terrasvogels en dus ook voor mij. Waarschijnlijk in een nieuwe rol als vrije man in een 4-mans verdediging, een fijne plek die mij niet geheel vreemd is.
Vorig jaar was ik al goed bezig om als spits zoveel mogelijk goals voor de ploeg te voorkomen (een schamele 5 goals in 21 wedstrijden). Mijn team kan nu wel profiteren van mijn bijzondere gave om ballen niet het doel in te werken. Een geruststellende gedachte dat ik dat nu met rugnummer 4 mag gaan doen, dat is veel minder pijnlijk dan met een 9 op je rug. ik heb er oprecht zin in!
Waar ik wat minder zin in heb zijn de ontmoetingen met bepaalde scheidsrechters. Nooit eerder kreeg ik in één seizoen zoveel rare fluitisten gepresenteerd als in de afgelopen jaargang. Van stok eigenwijs tot ronduit onbeleefd. Allemaal heren die hun vrije zondag opgeven om die van pakweg 50 tot 100 anderen te verzieken. Op een enkeling na.
Afgelopen seizoen had ik de mazzel dat ik in de uitwedstrijden bij Alliance ’22 (1-2 winst) en HBC (3-0 verlies) gefloten werd door mede Voetbal in Haarlem-columnist Mario de Vries. Zelden zag ik iemand zo ontspannen een wedstrijd leiden. Nu hoor ik u denken dat dat ook niet de moeilijke potjes zijn. Dat klopt, maar neemt niet weg dat het plezier er vanaf spatte. Ieder onvertogen woord richting hem en zijn beslissingen werd met humor en beleefdheid gepareerd en dat waar mogelijk zonder kaarten. 22 Jonge mannen onder controle zonder een zweetdruppel. Hulde, mijn vriendin vindt één al moeilijk, maar vijf jaar is ook wat anders dan 95 minuten. Ik hoop dat we dit jaar iets meer mazzel hebben qua scheidsrechters, vooral tijdens de lastige potjes zou dat een verademing zijn.
Zeuren op een scheidsrechter is voor beperkte voetballers als ik erg makkelijk. Zij kunnen er eigenlijk ook niets aan doen dat ik niet genoeg talent heb om op een niveau te voetballen waar de arbiters wat beter zijn. Dat klopt en ik geef dat ruiterlijk toe, maar hoe kan het dat het ieder seizoen zoveel slechter lijkt te worden?
Ik denk dat ik dat stiekem wel weet. Ik denk dat de enorme verharding in de maatschappij hier debet aan is. Scheidsrechters zijn bang, bang om weer 90 minuten lang commentaar te krijgen. Met commentaar bedoel ik overigens niet zozeer het “Hee scheids, dat slaat nergens op!”, dat moet kunnen. Ik bedoel de dreigementen en ziektes die ze tegenwoordig bijna wekelijks om de oren vliegen. Hun wapen hiertegen is er al vanuit gaan dat het weer net zo asociaal wordt als vorige week en geen enkele vorm van tegenspraak te dulden. Een remedie die helaas vaak alleen een negatief effect sorteert.
Ik heb mij daarom voorgenomen dit seizoen te proberen wat begrip te tonen voor die arme fluitmeneer. Begrip te tonen voor zijn houding die hij zichzelf wellicht alleen maar aanmeet omdat hij ervan uitgaat dat ik hem bij het kleinste foutje alweer helemaal verrot scheld, net als hem vorige week is overkomen. Of die avond ervoor thuis op de bank met zijn vrouw. Of op zijn werk met die lul van een bedrijfsleider die er eigenlijk alleen maar langer werkt en voor de rest geen haar beter is.
Mocht ik dan een goede scheidsrechter krijgen en toch bij het kleinste foutje een wegwerpgebaar maken of iets lelijks mompelen. Dan hoop ik dat de scheids begrijpt dat ik ook met frustratie en oud zeer leef veroorzaakt door zijn collega’s en de kaarten begripvol op zak houdt. U hoort het volgende maand van mij!
HENK HAGEMAN, 1988. Werkzaam als teammanager bij een IT-bedrijf in Haarlem. Gevoetbald bij Velsen, SVIJ, Waterloo en de laatste 4 seizoenen bij s.v. Terrasvogels in Santpoort-Zuid. Woont in IJmuiden met zijn vriendin Jeanine en zoontje Raeza. Een echte voetbalgek, zowel passief als actief altijd bezig met (amateur)voetbal.