Columns

De column van Mario: “SCHEIDS… GEEL!!”

Welnee joh, doorspelen! Goed, ik begrijp dat de belangen in een wedstrijd altijd tegenstrijdig zijn. Wat de ene partij een grove overtreding vindt, wordt door de andere partij als een prachtige tackle op de bal ervaren. Ik als scheidsrechter mag daar een oordeel over vellen.

“Ga door!” valt dan niet in goede aarde bij de één en een “goed gezien scheids” word je toegeschreeuwd door de trainer van de ander. Fluit je resoluut af dan is het ook weer niet goed. Ach, je kan het niet iedereen naar de zin maken denk ik dan maar. Zoals altijd zal de waarheid in het midden liggen.

Schreeuwende trainers zijn trouwens niet leuk. Positieve schreeuwers daargelaten. Ik zal de negatieve schreeuwers uit de droom helpen. De spelers horen de trainer niet of ze doen net alsof. Het “hou toch je muil man, gek!” zal de trainer niet bereiken, maar geloof mij: zo wordt een schreeuwer niet serieus genomen door zijn spelers. “Laat lullen joh,” hoor ik de aanvoerder tegen de rechtsbuiten zeggen. Tsja, je bent aanvoerder of niet.

Het is mij ook opgevallen dat de spelers er niet beter van gaan voetballen. Tegen zo’n schreeuwer zou ik eigenlijk “rustaaaggg” moeten zeggen, maar dan krijgt ie veel teveel aandacht. Schreeuwen? Niet meer doen dus. Uiteraard probeert een trainer mij ook te beïnvloeden. Ik kan net doen alsof ik het niet hoor, maar daar ben ik niet zo goed in. Voordat ik het in de gaten heb is mijn reactie al onderweg naar de dug-out. Stom! Moet ik afleren.

Laatst noemde een trainer mij arrogant. Ik even over nadenken natuurlijk en eigenlijk had ie wel gelijk! Ik nam het op als een compliment en stak mijn duim op in combinatie met een knipoog. Aardige vent dacht ik nog. Ook weer niet goed natuurlijk.

Dat gezanik over een gele kaart is ook al zo leuk. Ik kom nog uit de tijd (men reed net niet meer met paard en wagen) dat je geen gele kaart kreeg. Je kreeg na weer een onbeschofte en veel te harde overtreding een officiële waarschuwing en ging vervolgens ‘het boekje’ in. Dat was alles. Ik ben dus niet zo goed met geel. Te vaak de mantel der liefde. “Hij plaatste die opmerking niet expres,” denk ik dan. Als ik de spelregels nog eens doorlees moet ik al geel geven als iemand zijn schoenen verkeerd om aan heeft. Kan ik gewoon niet. Het verklaart mijns inziens wel waarom er nauwelijks een pass aankwam, maar dat terzijde.

Ik geef wel geel – heel gedecideerd zelfs – maar te weinig. En geef ik er eentje dan komt na afloop de keurige elftalbegeleider mij vragen of ik de kaart ‘opschrijf’. Wat? Ja of ik hem opschrijf. Ja natuurlijk, meneer de begeleider! “Kan je m dan op een ander nummer zetten?” is de volgende vraag. Wat? Nee natuurlijk niet, meneer de begeleider!

In het begin van mijn fluitcarrière ben ik ook nog wel eens de mist ingegaan met ‘geel’. Ik ben kleurenblind, zo moet je weten, en de kaarten uit mijn eerste setje leken verdomd veel op elkaar. Naast elkaar was het voor mij duidelijk. Gele kaart en een soort van oranjeachtige kaart. Los van elkaar speelde de kleurenblindheid dus op. Ja, je raadt het al.

De reactie van de speler was niet mals toen ik hem blijkbaar de oranjeachtige kaart dus rood voorschotelde waar een gele prent op zijn plaats was. Met een oranjeachtig hoofd moest ik hem erkennen dat ik hem de gele kaart had willen laten zien. Fout hersteld en meteen op internet op zoek gegaan naar een donkerrode en een felgele kaart. Gaat mij dus niet meer gebeuren. De speler zelf moest er wel om lachen en die schreeuwer langs de kant kon ook weer rustig gaan zitten. Sorry!

MarioMario - Voetbal in Haarlem

MARIO DE VRIES, 1963. Opgegroeid in Den Haag doch voornamelijk Haarlem. Makelaar in Haarlem en omgeving en scheidsrechter namens de KNVB.  Voetbalde bij TYBB, Onze Gezellen en Alliance ‘22. Thans nog voetballend bij de Voetballende Vaders van DSS. Fan van Voetbal Inside en Sierd de Vos. Voetbalgek.