Er is weer het nodige gebeurd in scheidsrechtersland. Er zijn weer veel overtredingen gezien, niet gezien, wel gezien maar niet gefloten, wel gefloten maar niet gezien. Kortom een hele normale week.
Volgende week zal dat weer zo zijn en volgend jaar ook. Toch probeert de KNVB ons zo goed mogelijk bij te scholen. Een tweetal weken geleden was het weer zover. De bekende eredivisie-scheidsrechter – waarvan ik de naam ben vergeten – ontving ons in een achterafzaaltje bij Olympia Haarlem. Zo bekend was ie dus. Op zo’n avond komen de meest uiteenlopende type scheidsrechters opdagen. Hoge, lage, dikke, dunne, senioren, junioren, goede en valse fluitisten. Er zitten fluitmannen bij waarvan ik blij ben dat ze niet vroeger geboren waren. Als ze met trots vertellen dat ‘ze om het minste geringste kunnen gaan douchen’ springen mijn schaamharen spontaan uit de krul.
Oh ja! Jeroen. Jeroen Nogwat. Zo heette de bekende fluiteraar. Aardige gozer hoor maar ja… blijft een scheidsrechter hè. Maar goed, Jeroentje loodste ons door een avondje spelregelkennis. Spelregelkennis is op zich wel een beetje belangrijk misschien wellicht. Wel zo handig voor een scheidsrechter. Tien vragen ondersteund door beeldmateriaal moesten je minimaal een zesje opleveren.
Daar klopt iets niet, denk ik dan. 10 vragen, 6 goed. Je kunt ook zeggen 10 vragen, 4 fout! 4 foute beslissingen! 50 beslissingen, 20 fout! 100 beslissingen, 40 niet goed. Dat is best veel. Wedstrijd verklooid, sfeer naar de knoppen, spelers boos, trainer ontstemd en Ome Jan de mopperkont langs de lijn kan zijn mopperrepertoire weer op de scheidsrechter afvuren.
Het leukste is als er klassikaal een aantal beeldfragmenten worden doorgenomen. De helft zegt ‘geel!’, vijf zeggen ‘rood!’. De andere vier doen alsof hun neus bloedt en kijken de andere kant op en eentje zegt steevast dat ‘ze kunnen gaan douchen’. Het geeft wel aan hoe lastig het soms kan zijn waar het niet zo lastig zou moeten zijn! Kortom het was een onderhoudende avond maar echt nieuwe inzichten hebben we niet meegekregen.
Ik blijf erbij dat het een groot voordeel is als je zelf gevoetbald hebt en je de voetbaltaal een beetje beheerst. Om mijn collega-scheidsrechters een beetje op weg te helpen stel ik voor dat Voetbal in Haarlem een soort voetbaljargonpagina openstelt. Gewoon kleedkamertaal, trainersgebrabbel, voetbalgezwets.
Je hebt ze vast wel eens gehoord.
Hieronder een eerste aanzet met opvatting en uitleg.
“Knijpen” Mag niet, denk ik dan. Geel! Volgens de trainers betekent het echter ‘de ruimtes klein maken door de verdedigende partij’.
“Drukken” Ja, als je moet drukken vraag je een time out en loop je de kleedkamer in om je behoefte te doen. Betekent echter; bal iets over het lichaam om de bal dusdanig te raken dat ie niet het Spaarne invliegt.
“Van achteren” Komt meer voor bij het mannenvoetbal dan bij het vrouwenvoetbal. Van achteren is in het huidige antihomotismetijdperk echter meer een liefkozing dan een overtreding.
“Hij heeft maar één been” Dat is best lastig bij het voetbal. Betekent echter dat ie voornamelijk met rechts of links een bal een beetje kan raken.
“Kantelen” Zou je na afloop van de wedstrijd in de kantine verwachten. Betekent echter de verdediging dusdanig positioneren dat de linie een soort van schuin opschuift.
“De tweede bal” Huh? Mag niet. Er is maar één bal maar het betekent dat de bal ná de actie belangrijk is.
“De afvallende bal” Een wat? Nooit een bal zien afvallen maar goed. Het betekent de volgende bal na vaak een verdedigende actie.
“Een kutbal” Ook wel een ziekenhuisbal genaamd. Das nou echt zo’n bal waar je bij de verwerking ervan je been op drie plaatsen kan breken. Vaak gegeven door de speler die normaal gesproken op de bank begint.
“Een plofbal” Een bal die in het zaalvoetbal wordt gebruikt. Hard en toch zacht. Bijna niet te koppen.
“Hij is stijf links” Nee dames, verder niets bij denken. Zijn linker is beter dan zijn rechter.
“Een gat induiken” Ja ja dat kan, maar het betekent een denkbeeldige ruimte in lopen die is ontstaan doordat de verdedigers niet goed aansluiten.
“Rausen!” Is Haags jargon voor schoffelen oftewel Hans Kraaij jr.-voetbal. Heeft vaak geel tot gevolg.
“Een klutsbal” Soort flipperkastbal die ADHD heeft.
“Een trekbal” Oei! Pijnlijk! Niet doen dus, maar het betekent het terugleggen van de bal van bijvoorbeeld vanaf de achterlijn naar de zestien. Hoor je niet vaak meer.
“Doordekken” Niet letterlijk dan. maar het betekent doorlopen op de volgende man liefst in voorwaartse richting.
“Geel pakken” Bewust een kaartje accepteren. Is wel iets teveel ingeburgerd.
“Een Bas Nijhuisje” Een overtreding die geen overtreding blijkt te zijn. Een wedstrijd een wedstrijd laten worden waarbij af en toe (bewust?) iets door vingers wordt gezien.
Komen de uitdrukkingen je bekend voor? Weet je er nog meer? Geef het door aan Voetbal in Haarlem (of op Twitter @voetbalinhaarlem) en er komt straks een prachtige lijst uit die ViH kan laten bundelen. Leuk kerstkadootje voor onder de boom.
Schiet mij er nog een te binnen.
Wat is het als de keeper een achterbal neemt die zonder de grond te raken door de enorme wind pardoes het eigen doel in waait? Nou?
Niet zo moeilijk… Veel te slecht weer om te voetballen!
Tot de volgende column.
Mario
Wil je reageren op deze column? Doe dat dan vooral en contact ons via redactie@voetbalinhaarlem.nl.
MARIO DE VRIES, 1963. Opgegroeid in Den Haag doch voornamelijk Haarlem. Makelaar in Haarlem en omgeving en scheidsrechter namens de KNVB. Voetbalde bij TYBB, Onze Gezellen en Alliance ‘22. Thans nog voetballend bij de Voetballende Vaders van DSS. Fan van Voetbal Inside en Sierd de Vos. Voetbalgek.