Quillian Luijk en de transformatie van rups tot vlinder
Onze Gezellen heeft weer een talent in huis waar de mensen voor naar de velden komen. Zijn naam Quillian Luijk. Een linksbener met een fabelachtige techniek. Gevormd in de jeugd bij DSS en – voornamelijk- HFC EDO en nu tot bloei komend bij Onze Gezellen. ,,Vorig jaar deed ik een stapje terug van EDO naar OG A1, omdat ik met vrienden wilde spelen. Nu speel ik met ze in het eerste.’’
Droom
Het is 2010. Het lijkt duizenden dromen geleden. Op een plein in Haarlem, nabij de Schotersingel, in een soort kooi die niks weg heeft van een luxe Cruijff Court is Quillian Luijk dagelijks te vinden. Met aan zijn voet de bal als vaste metgezel. Uren achter elkaar oefent hij zijn traptechniek. Rechtervoet, linkervoet. Hij speelt op dat moment bij DSS en heeft één droom, zo hoog mogelijk voetballen.
EDO
Hij heeft talent zo blijkt, want hij verkast naar EDO dat destijds met de jeugdopleiding hoofdklasse speelde. In de Onder 15 en Onder 17 treft hij Djorim Verdonkschot als trainer. Die vergelijkt hem als type speler meer met een Wesley Sneijder. ,, Quillian is een super begaafde speler om in je elftal te hebben. Hij haalde de bal op en met zijn tweebenigheid zocht hij de volgende man. Hij was mijn onbetwiste nummer één op de tien-positie.’’
Het talent geeft aan dat hij bij EDO ook het meeste heeft geleerd als voetballer. ,,Daar speelden we het spelletje waar ik van hou. Tikkie-takkie, net als Barcelona speelt.’’
Verleidingen
Maar waar hij op het veld met gemak langs tegenstanders slalomde, daar bleken buiten het veld verleidingen te liggen die lastiger te omzeilen waren. Hij kreeg te maken met kroegen, disco’s en opspelende hormonen. Normale zaken voor een tiener. Het uitgaansleven trok hem. ,,Er kwamen vriendinnen in beeld en ik wilde graag met mijn vrienden spelen en die zaten bij Onze Gezellen.’’
Vertrek
Djorim Verdonkschot vond het zonde dat hij vertrok. ,, Anders had hij nu in EDO Onder 19 gespeeld en die spelen derde divisie landelijk. OG speelt vierde klasse, nou dat is zeker niet zijn eindstation.’’
Dat bleek als snel na aankomst. Toen Pascal de Wit halverwege vorig seizoen het eerste elftal overnam, selecteerde hij al snel door. De jeugdspelers kregen de kans en één daarvan was de toen pas 17-jarige Quillian Luijk. Tegen Terrasvogels scoorde hij zijn eerste goal. En waar destijds Jurre Dekker op 10 speelde en Quillian op 6, zijn de rollen nu omgedraaid. ,,We spelen eigenlijk met twee spitsen en ik sta daar vlak achter. Maar ik wissel ook wel eens van positie met Jurre, ik speel ook net zo makkelijk vanaf 6.’’
Kleine Xavi
Op die positie heeft zijn trainer Toon Beijer hem toch liever niet. ,,Daar heb ik andere spelers voor. Hij is het beste voorin, daar staat hij ook meer onder druk, moet hij sneller beslissen en daar leert hij meer van.’’
Beijer geeft en passant aan dat het talent mede in de basis stond vanwege de afwezigheid van Luuk van der Putten.
,,Quillian heeft in de voorbereiding – ook door vakantie -niet altijd getraind. Toen hebben we met hem de afspraak gemaakt dat hij wel elke week moet spelen. Dat zou dan in de onder—19 zijn – en dan zou hij wissel staan bij het eerste – of in het eerste. Hij komt sowieso niet uit voor het tweede elftal. Qua techniek steekt hij boven alles en iedereen uit, maar hij is nog wat wisselvallig. Ik noem hem altijd de kleine Xavi. Ik zag hem vorig jaar al spelen toen we met Velsen Onder 19 oefenden tegen OG Onder 19. Hij draait zo makkelijk weg.’’
Overstap
Spijt van zijn overstap heeft Quillian niet. ,,Ik speel nu met mijn vrienden Jurre Dekker, Koen Toussain, Kevin Creemers en Thomas Linck.’’ En gemakzuchtig zegt hij zeker niet te zijn. ,,Ik zit in het tweede jaar van het CIOS en doe de richting fitness. Ik wil later graag fysiotherapeut worden. Op het CIOS sporten we dagelijks en dan train ik tweemaal per week met OG. Overbelasting? Welnee, ik weet wel wat van trainingsopbouw en ik ben niet blessuregevoelig. Ik kan dat makkelijk opbrengen en ik vind het leuk. Trainer Toon Beijer heeft wel aan de groep gevraagd of we drie keer per week wilden trainen. Ik heb daar geen moeite mee, maar een aantal spelers kon dat in verband met werk niet opbrengen. Dus dan houden we het bij twee keer per week.’’
Transformatie
Afgelopen weekend was Luijk de gevierde man bij OG. Hij gaf de assist – een pass in niemandsland tussen keeper en verdediging- van waaruit Kevin Creemers OG verrassend naar de zege schoot.
Het talent geeft nog aan meer te kunnen dan kappen-en-draaien op een stoeptegel en het geven van de steekpass. ,,Ik ben rustig aan de bal en behoud het overzicht, maar je kan me ook wel in de diepte sturen, ik ben niet de sloomste.’’
Zodoende wordt de rups Quillian Luijk voorzichtig getransformeerd tot vlinder. Hij geeft aan uit te willen vinden waar zijn plafond als voetballer ligt. ,,Maar de komende twee jaar zie ik me nog wel bij OG spelen.’’
Peter Brink
Foto: Voetbal in Haarlem / Onze Gezellen